donderdag 10 november 2016

afbeelding“Leerlingen moeten zich goed kunnen voelen op school”

Leentje Segers is 25 jaar geleden, op 1 september 1991 op Sint-Guido begonnen. Zij vindt het belangrijk dat leerlingen zich goed voelen op school, dat ze zichzelf kunnen zijn, “al is dat op een school met 1000 leerlingen, niet evident.” Voorts kennen wij haar als de bezielde begeleider van onze RSCA-beloftes ‘purple talents’.

Hebt u er nooit aan gedacht om van job te veranderen?

Ik ben gestart als leraar Nederlands, aardrijkskunde en maatschappelijke vorming. Een paar jaar later ben ik Project Algemene Vakken beginnen geven, voornamelijk in de tweede graad. Ik heb gedurende die jaren steeds wel wat veranderingen gehad zoals andere klasgroepen en zo. Op een bepaald moment ben ik kunnen doorschuiven naar de derde graad (op een andere vestiging) en gaf ik enkel nog PAV en Nederlands aan de leerlingen in Verzorging. Tot ik op een bepaald moment de functie van leerlingenbegeleider voor de Purpe Talents en Gok-coördinator kreeg aangeboden. Door de veranderingen intern ben ik eigenlijk wel van job veranderd maar dan steeds op dezelfde school.

Was de Purpe Talents begeleiden uw levensdroom?

Als klein meisje speelde ik veel met poppen. Vaak speelde ik dan dat ik de leraar was, al zei ik nooit dat ik leraar wilde worden. Toen ik afstudeerde in de humaniora wist ik dat ik met jongeren wou werken en ik deed heel graag de vakken aardrijkskunde en biologie op school. Dus ben ik voor leraar gaan studeren met twee die vakken als studeervakken, samen met Nederlands dan nog. Ik heb ook gedacht aan verpleegster maar ik zag me geen spuiten zetten.

Is er een verband tussen school en voetbal?

Er zijn eigenlijk wel wat gelijkenissen. Zowel op school als op het voetbal moet je de nodige discipline aan de dag leggen. Ze moeten op tijd komen, ze moeten zich aan de school- en spelregels houden, ze moeten beleefd zijn, …

Er wordt van de jongens heel wat gevraagd zowel op school als op de voetbal.

Wat geeft u goesting om “voort te gaan”?

De uitdaging om elk jaar opnieuw de jongens zo goed mogelijk te begeleiden en te werken naar een A-attest of een diploma. Als zíj slagen op het einde van het schooljaar is mijn werk ook geslaagd, vind ik. Er zit ook heel veel variatie in de job en dat houdt het boeiend en spannend.

Welke zijn uw leukste herinneringen op SGI?

In die 25 jaar heb ik zoveel meegemaakt, dat ik schrik heb om nu iets te vergeten. De schoolreizen die ik in mijn beginjaren organiseerde, de uitstappen voor PAV, de opendeurdagen vroeger met optredens van bekende Vlaamse zangers. De reis die ik mocht maken met de Trein der 1000 zal ik nooit vergeten.

Wat hebt u zelf bijgeleerd van uw job?

Bij deze job heb ik toch wel bijgeleerd dat communicatie heel belangrijk is. Als je met verschillende instanties samenwerkt is het noodzakelijk om goed te communiceren en dat probeer ik dan ook mee te geven aan de jongens. Bovendien heb ik als leraar op SGI toch wel geleerd om te gaan met verschillende culturen.

Hoe ziet u de perfecte school?

Alleszins een gemengde school. Ik heb steeds op een meisjesschool gezeten en de sfeer is daar toch wel anders. Dus: gemengd jongens en meisjes maar ook gemengd in culturen, vind ik absoluut een meerwaarde!

Uiteraard is het belangrijk dat leerlingen zich goed voelen op school en dat ze zichzelf kunnen zijn, maar om dat te realiseren op een school met 1000 leerlingen … dat is niet evident.

De voetballers zijn toch dikwijls op tornooi en daardoor hebben zij het soms moeilijk op school?

Ik stel voor de jongens takenpakketten samen. Dat betekent dat ik de leraren van hun klas aanschrijf en vraag of ze mij opdrachten willen bezorgen. Ik bundel die dan en geef een mapje mee met de voetballer. Na terugkeer kijk ik wat al dan niet gemaakt is en geef de gemaakte opdrachten terug aan de leraren. Leraren geven mij ook toetsen door die ik dan in hun planning probeer te plaatsen. Ik bekijk ook of er inhaallessen nodig zijn voor bepaalde vakken en ik probeer die dan ook te realiseren.

Kijkt u zelf graag naar voetbal? Welk team is uw favoriet?

Ik kijk niet zo veel naar voetbal op televisie. Dat gaat me gauw vervelen. Maar als ik de kans zie, ga ik wel eens in een stadion kijken. Mijn man en zonen zijn fan van Club Brugge. Zelf stel ik me wat neutraal op. Ergens moet ik ook voor “mijn jongens” (= de purpe talents) supporteren.

Stel u voor dat iemand niet meer zou mogen spelen. Hoe gaat u die persoon kunnen helpen?

Dat is een moeilijke. Ik ga uiteraard proberen met die jongen te praten en hem te begeleiden maar ik denk dat dit niet evident is. Ik heb het nog niet meegemaakt, gelukkig maar.

Gaat u soms ook mee op tornooi met de jongens of helpt u hen alleen op school?

Nee, op tornooi ben ik nog nooit mogen meegaan. Spijtig want soms trekken ze toch wel naar mooie plaatsen … Maar ik moet me beperken tot de begeleiding op school.

  • interview: Ionela Scridon, 6ASO

Over Frank Hoornaert

leraar Sint-Guido-Instituut, Anderlecht
Dit bericht is geplaatst in interview. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord