maandag 19 oktober 2015

“Gedichten zijn als boeien.

Zij markeren schipbreuken”

SGI-leraar Nils Iwens dicht. Onlangs schreef hij zijn 300ste gedicht. Ongeveer driekwart vindt hij “naar zijn goesting”. Zelf kent hij er een 20-tal uit het hoofd. Iwens staat nu het tweede schooljaar op rij op Sint-Guido, vooral in Okan. “En dat is erg leuk!” Een interview.

pinpronkprooipauw

Kunnen Okan-leerlingen ook gedichten schrijven?

Dat kunnen ze wel in hùn taal. Maar in het Nederlands is het wel erg moeilijk. Poëzie is meer dan rijmen. Je kan op verschillende niveaus met taal spelen. Vaak moet je de dubbele betekenissen van woorden in je achterhoofd houden en kennis hebben van spreekwoorden en andere stijlfiguren, om tot mooie en leuke poëzie te komen. Dit is al ‘een hogere stap’ in de taalverwerving. De sterkste OKAN-leerlingen weten wel al wat rijmen is!

Welk gedicht van je – intussen indrukwekkende – oeuvre vind je zelf het mooist?

Het is moeilijk er eentje uit te pikken. Ik leef en lees heel erg graag en mijn poëzieboekje is eigenlijk een beetje mijn dagboek. Het brengt oude herinneringen naar boven.

Vogelvrij

We lieten hen vliegen,
hoger en vrijer.
Toch was het niet de was die loste,
maar hun veren.

Het vogelvrije kind smeekte
Bouw mij een kooi,
ring mij met verlangen.

Hoe oud was je toen je je eerste gedicht geschreven hebt?

17. Ik heb het gemaakt omwille van een meisje!

Zijn je gedichten autobiografisch?

Dat het er met onze planeet niet al te best aan toe gaat, dat weet men al langer dan vandaag. Wanneer je er enkele boeken van cultuurcritici en moderne filosofen bijlegt, kom je tot de conclusie dat de economische groeimanie en overconsumptie en -productie de oorzaak zijn van heel wat onheil. Ik probeer aan mezelf te werken door in de gaan tegen wat van mij verwacht wordt. Ik wil weten waarom de dingen zijn zoals ze zijn en waarom de dingen fout gaan.

De moderne mens is in de eerste plaats consument en in de tweede of derde plaats burger. Ik wil mijn burgerverantwoordelijkheid weer aanspreken en op de eerste plaats laten komen. Verandering kan je alleen bereiken top down én bottom up. Deze thematiek komt terug in mijn gedichten. Wanneer ik moe ben, sluit ik mijn ogen, maar ik sluit ze niet meer voor dingen die me mijn slaap niet laten vatten.

Kan je je gedichten in je lessen gebruiken?

Neen, ik geloof dat ze daarvoor iets te ingewikkeld zijn. Al vroegen de leerlingen van OKAN6 mij dit vorig jaar en het was een leuke les. Zoals ik al zei, dit lukt alleen met de sterkste groepen.

Heb je nog tijd voor een andere hobby?

Mijn hobby is eigenlijk mijn toekomstige vrouw, Maud, daarnaast basketbal en frisbee ik ook. Poëzie schrijf ik letterlijk en figuurlijk tussen de soep en de patatten, op de trein bij het lezen van een alinea uit één van mijn boeken, na het sporten in de trein met nog wat endorfines in mijn lichaam of bij het verlies van een familielid. Mijn gedichten zijn boeien die periodes en schipbreuken markeren.

Hoeveel verzen telt je langste gedicht? Hoe luidt de titel?

46. Ik vlucht, ik vlieg (een ode aan Simon Vinkenoog).

Wat is je kortste gedicht?

Op weg

Vandaag ga ik
alleen op stap.
Vooruit en verder.
Verder wil ik
aan niets denken.

Hoelang duurt het om een gedicht te maken?

Dat varieert. Soms klinkt het meteen goed, soms is het weken sleutelen.

Heb je al iets gepubliceerd?

Nog niet. Twee gedichten zijn wel opgenomen in verzamelbundels van poëziewedstrijden. Het is ook niet echt de richting die ik met mijn gedichten uit wil.

  • Benedikt Verbruggen

Over Frank Hoornaert

leraar Sint-Guido-Instituut, Anderlecht
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een antwoord